De Anti-TNF Therapieën
Nieuwe therapieën voor de behandeling van R.A. René Westhovens, Reumatologie, U.Z. K.U.Leuven Verschenen in het tijdschrift 'Reuma' oktober 2000 van de VRL vzw |
||
Wondermiddel |
Het laatste jaar worden patiënten met reumatoïde artritis (RA) vooral via enkele publicaties
in de lekenpers min of meer verrast door zeer optimistische signalen in verband met behandelingsmogelijkheden. Voor hen die een RA hebben met min of meer ernstige blijvende ziekte-activiteit lijkt er licht aan het einde van de tunnel. De reumatologen worden ook door velen benaderd met vragen over die nieuwe "wondermiddelen". Wat zijn de feiten, wat is de toekomst ?
De huidige generatie zogenaamde 2de lijnsmedicaties voor RA (bv. goud,salazopyrineâ, ledertrexaatâ, ...) bestaat uit chemische stoffen afkomstig uit de eindeloze voorraad van farmaceutische bedrijven, waarvan de toepassing in de reumatologie hoofdzakelijk te danken is aan een spel van zogenaamd "trial and error". We weten dat ze werken, maar niet hoe ze werken. Daarenboven zijn deze producten niet bij alle patiënten actief en bij sommigen slechts tijdelijk. Ook moeten heel wat patiënten deze middelen stoppen omwille van nevenwerkingen. Er komen nu producten op de markt, de zogenaamde "biologics" die ontwikkeld werden vanuit inzichten in ontstaansmechanismen van de ziekte, uit de research, die de laatste 15 jaar exponentieel gegroeid is in tegenstelling tot wat misschien veel patiënten dachten. Vaak hoorden reumatologen de uitspraak "voor kanker doen ze alles, voor reuma niets". |
|
Cytokines |
Omdat het werkingsmechanisme van deze middelen beter gekend is kunnen we hopelijk de medicamenteuze therapieën van RA verfijnen, kunnen we hopelijk selectiever gaan ingrijpen in de ziekte. Vanuit de inzichten in de ontstaansmechanismen, de zogenaamde "pathofysiologie" van RA, zijn er verschillende behandelingen in studie en sommige reeds doorgedrongen tot het effectief therapeutisch stadium. Verst gevorderd in de ontwikkeling zijn de zogenaamde "anticytokinetherapieën". Cytokines zijn stoffen die een rol spelen in de telecommunicatie tussen cellen. Het zijn boodschappers tussen cellen die een centrale rol spelen in o.a. ontsteking. Ze zijn belangrijk in het regelen van celfunctie en celgroei.
In het lichaam zijn er zogenaamde ontstekingsbevorderende cytokines en ook cytokines die ontsteking tegen gaan. Normaal moeten deze in balans zijn. |
|
TNF alfa |
De belangrijkste ontdekking van de laatste jaren is nu dat TNF alfa of Tumor Necrosis
Factor alfa (verder afgekort als TNFa) een sleutelrol speelt als boodschapper bij RA en ontsteking doet toenemen.
Het is echter ook verantwoordelijk voor ziektemanifestaties buiten de gewrichten,
zoals vermoeidheid, vermagering, bloedarmoede enz.
TNF alfa is bij patiënten gestegen in het bloed en in het gewrichtsvocht, en natuurlijk voorkomende tegenspelers of antagonisten zoals IL10, IL4 en andere, zijn bij RA-patiënten niet bij machte om de cytokinebalans in een gunstig evenwicht te houden. Men is nu therapieën gaan ontwikkelen die de balans tussen cytokines terug in evenwicht brengen. De anti-TNF therapiëen zijn nu net uit het onderzoeksstadium en klaar om in de praktijk toegepast te worden. |
|
Misschien beter |
Drie op TNF alfa gerichte therapieën zijn nu beschikbaar:
Deze producten lijken goed te werken als antireumaticum. Vijftig tot 70 % van de patiënten in onderzoekssituaties vertonen meer dan 20 % verbetering wat betreft het aantal pijnlijke en gezwollen gewrichten, vertonen meer dan 20 % verbetering in bloedbezinking, pijnscores, functionele scores, enz. Vaak is zelfs tot 50 à 70 % verbetering aanwezig, zelfs bij patiënten die tot dan weerstandig waren aan de klassieke behandelingen met producten als salazopyrine, ledertrexaat, enz. In de zogenaamde ATRACT trial met Infliximab werd zelfs aangetoond dat er een stabilisatie was van gewrichtsschade zoals met röntgenfoto's gemeten wordt. Dit is de eerste keer dat dit kon aangetoond worden met welk antireumaticum dan ook. In eerste instantie zou men eufoor worden. Er blijft echter een maar. Met de cortisonegeschiedenis in de jaren '50 en '60 indachtig dienen we voorzichtig te zijn :
|
|
Genezing |
Daarom is deze therapie vooral aangewezen voor die patiënten die op tenminste 1 klassieke 2de lijnsbehandeling zoals salazopyrine maar liefst ledertrexaat geen beterschap gehad hebben, en dit met een voldoende hoge dosis, zoals bv. ledertrexaat 15 mg/week of meer. Ledertrexaat kan trouwens best verdergezet worden samen met deze nieuwe medicijnen, en dit is zelfs verplicht bij Infliximab, vooral blijkbaar om antistofvorming tegen het nieuwe medicijn te voorkomen.
Het is geen volledige genezing van de RA, maar in vele gevallen een betere ziektecontrole. Verder kan het ook niet toegediend worden bij infecties. Tuberculose, hepatitis B enz. vormen een tegenindicatie voor deze therapie. Ook vaccinaties met levende vaccins zijn tijdens de therapie tegenaangewezen. |
|
Terugbetaling |
De vermelde producten worden in bepaalde gevallen terugbetaald door het ziekenfonds.
Zie persberichten:
|
|
Besluit |
Als besluit kunnen we stellen dat inzichten in de basisresearch van RA geleid hebben tot de ontwikkeling van nieuwe medicijnen die veel verschil zouden kunnen uitmaken voor heel wat patiënten in de toekomst wat betreft levenskwaliteit. Ze dienen echter met de nodige omzichtigheid en realiteitszin gebruikt te worden omwille van de nog vele openstaande vragen, vooral wat de lange termijneffecten betreft. Ze zullen daarom actueel dienen gereserveerd te worden voor de ernstigste patiënten die niet op de klassieke behandeling reageren. Of er ook een plaats is van deze medicijnen in de zeer vroege behandeling gedurende de eerste maanden van RA is actueel in studie. In hoeverre deze medicijnen ook bij andere aandoeningen zoals ankyloserende pelvispondylitis en psoriatische artritis een rol zouden kunnen spelen is eveneens in studie, maar men verwacht dat ook hier belangrijke beterschap kan bekomen worden in het onder controle brengen van de ontsteking.
Dit en volgend jaar is voor de reumatologen en RA-patiënten een belangrijke taak weggelegd om zeer goede afspraken te maken over wie te behandelen en hoe te behandelen, en dit in nauw overleg met de betalende instanties. Iedere patiënt met vragen over deze therapie kan best bij zijn eigen reumatoloog dit verder aankaarten. René Westhovens, Reumatologie, U.Z. K.U.Leuven, 2000 |
|
Opmerking |
Merknamen:
|
Copyright ©
VRL vzw,
bericht naar de VRL
Web Realisatie RiB |